Ons stelsel van aanvullende pensioenen is onhoudbaar, zoveel is al een decennium of meer duidelijk. Dat er momenteel gesproken wordt over wat met een mooi woord een ‘pensioenakkoord’ heet, en dan alleen onderhandeld met vakbonden die nauwelijks representatief zijn en niet met de verplichte deelnemers, is slechts een signaal van de rot die in ons pensioenstelsel gekropen is. Alsof dat al niet genoeg is, speelt ook de EU nog eens een desastreuze rol. Daarover zo meteen meer.
AOW
De oudedagsvoorziening in ons land bestaat hoofdzakelijk uit twee pijlers, de AOW en de aanvullende pensioenen. De AOW vertegenwoordigt een sociaal vangnet en berust op solidariteit. Alleen mensen die werken betalen AOW-premie, maar dat brengt onvoldoende op om de AOW-uitgaven te bekostigen. De belastingbetaler legt er een aanzienlijk bedrag op toe. Iedereen die 50 jaar legaal in Nederland verbleef, heeft recht op een volledige AOW-uitkering op de pensioengerechtigde leeftijd. Er is principieel geen relatie tussen wat men gedurende zijn leven ingelegd heeft, en wat men uitbetaald krijgt.
Aanvullend pensioen
In tegenstelling tot de AOW die bepaald geen vetpot is, is er voor werkenden de mogelijkheid om een aanvullend pensioen op te bouwen. Dit is in aanleg een individueel spaarsysteem bestaande uit twee verschillende componenten: (i) een levensverzekeringsmaatschappij, en (ii) een beleggingsbedrijf. Het stelsel van aanvullende pensioenen is dus principieel niet een op solidariteit gericht systeem, maar verschaft op twee terreinen risicodeling. Er is een directe relatie tussen wat men gedurende zijn leven inlegt en het later uitgekeerde pensioen. Aangezien er voor beide activiteiten gespecialiseerde instellingen bestaan, is er geen a priori reden waarom pensioenfondsen die taken zouden moeten waarnemen. In feite kan men gerede twijfels hebben aan het bestaansrecht van pensioenfondsen. Deze vraag knelt des te meer gezien de politieke ontwikkelingen in de laatste decennia.
Bedrijfstakpensioen
Wat betreft de aanvullende pensioenen zijn de meeste verplichte deelnemers ondergebracht bij een klein aantal grote bedrijfstakpensioenfondsen (bpf’s), die zo’n 80% van de deelnemers in hun gelederen hebben. Die nog werkende deelnemers leggen maandelijks een aanzienlijk percentage van hun salaris in, maar zijn geen eigenaar van die inleg. Het eigendomsrecht berust bij de pensioenfondsen, voornamelijk bestuurd door zieltogende vakbonden, die met zeer veel vrijheid, zij het binnen de grenzen van de Pensioenwet, met uw geld kunnen omspringen. De deelnemer heeft slechts een trekkingsrecht, en tandeloze medezeggenschap die alleen op papier iets voorstelt. Gepensioneerden bij de bpf’s hebben sinds 2008 ongeveer 20% van de koopkracht van hun aanvullend pensioen zien verdampen.
De Europese Unie (EU) trekt steeds meer macht naar zich toe, met name op financieel terrein. De EU is dan ook vastbesloten om de zogenaamde ESG-factoren (E voor Environment, S voor Social, en G voor Governance) een groot gewicht toe te kennen. Dit grijpt zeer direct in op de vrijheid van alle financiële instellingen, dus ook de pensioenfondsen. De superstaat oefent centralistische overheidsdwang uit. Dat de pensioenfondsen met zo’n 1500 miljard euro in kas een aantrekkelijk doelwit zijn, hoeft geen betoog.
Duurzaamheid
Onder het label van het niet gedefinieerde begrip ‘duurzaamheid’ heeft de EU zich het recht toegeëigend om financiële instellingen te dwingen bij te dragen aan hobby’s als het beperken (?) van klimaatverandering, overgang naar een circulaire economie, biomassa, massamigratie en meer van dat soort illusies. Als beloning krijgen beleggingsinstellingen dan een label van meer of minder duurzaamheid opgeplakt. Bij het niet naleven van deze EU ‘normen’ volgen uiteraard strafmaatregelen. Deze vorm van superstaatsdirigisme betekent een fundamentele aantasting van de vrijheid van handelen van pensioenfondsen en banken. De bewezen incompetentie van de EU op financieel en ander gebied maakt het geheel van maatregelen die een extreme beperking van de vrijheid van beleggen inhouden des te zorgwekkender.
Koopkracht
Het is niet toevallig dat banken en pensioenfondsen over elkaar heen buitelen met groen en duurzaam jargon. Dat de verplichte deelnemer niets gevraagd wordt, past geheel in de Nederlandse pensioendiscussie van ‘over u, maar zonder u’. Nu alle financiële zeggenschap over onze eigen nationale financiële instellingen is verkwanseld aan de EU, moet deze harde werkelijkheid met groene verhullende taal voor de Nederlander verteerbaar gemaakt worden. Dat zijn koopkracht naar de gallemiezen gaat, wordt uiteraard niet genoemd.
Blijft het bij deze maatregelen? Aangezien de EU een klimaatideologie aanhangt die gekenmerkt wordt door een totaal gebrek aan natuurwetenschappelijke onderbouwing, maar die wel tot gigantische en zelfs niet gespecificeerde kosten gaat leiden, mag verwacht worden dat de geldhonger van de EU hiermee niet gestild is. Zelfs de corona-crisis wordt momenteel vol verve misbruikt om de Europese belastingbetaler nog meer miljarden uit de zak te kloppen. Dat de staatsschuld van Nederland hierdoor oploopt tot ongekende hoogte en dat toekomstige generaties daar de wrange vruchten van zullen plukken, kan onze irrationele verantwoordelijke bestuurders uit de ‘alfahel’ niet boeien. Dat landen buiten de EU het meestal beter doen, zal de EU u niet komen vertellen.
Zelfbeschikking
Aangezien de grijpgrage vingers van de EU zich steeds meer met de financiële zelfbeschikking van de individuele burger gaan bemoeien, groeit de neiging om dan zelf maar het heft in handen te nemen. Waarom slaafs overgeleverd zijn aan EU-beleggingsideologie als daar ook andere mogelijkheden voor bestaan? Met een zeer lage of zelfs negatieve rente je spaargeld op de bank laten staan en jaarlijks koopkrachtverlies accepteren? Waarom je spaargeld niet in eigen beheer nemen?
Leiband
Natuurlijk ziet de EU die bui al hangen, en kauwt zij op maatregelen om de burger verder te frustreren. Het verbieden van contant geld is een dergelijke maatregel waar serieus over nagedacht wordt. Dit is een uitgelezen manier om de individuele burger in het bezit van spaargeld aan de financiële leiband te leggen door al zijn financiële transacties centraal te registreren. Deze stap zou de deur openzetten naar totale bevoogding en betutteling. Ik vermoed dan ook dat voor velen een wereld waarin de superstaat EU in staat is uw persoonlijke bestedingen op de voet te volgen veeleer een nachtmerrie dan een wenkend perspectief is.
De voorspelbare reactie op mijn betoog zal zijn dat het allemaal wel mee zal vallen. Daarin moet ik u teleurstellen. Het merendeel van de ontwikkelingen die ik hier in het kort beschrijf, zijn reeds binnen de EU van een juridische basis voorzien en klaar voor implementatie. Voor iedereen die zich in meer detail op de hoogte wil stellen, verwijs ik naar een reeks van columns van mijn hand op www.opiniez.com:
De teloorgang van ons pensioenstelsel (deel 1) Politieke nalatigheid en bestuurlijke incompetentie
De teloorgang van ons pensioenstelsel (deel; 2) De invloed van de boze EU-buitenwereld
De teloorgang van ons pensioenstelsel (deel 3) Over rekenrente, euro, ECB ‘beleid’ en oplossingen
De EU is op jacht naar uw geld (deel 1) Hoge rekeningen worden bij de belastingbetaler gelegd
De EU is op jacht naar uw geld (deel 2) Financieel duurzaamheidsdirigisme
Tot slot
Voor een harde juridische onderbouwing –in veel meer detail dan hier in kort bestek mogelijk – verwijs ik naar Hoofdstuk 2 van Pensioenfonds, verzekeraar en maatschappelijk verantwoord beleggen, 2019, auteur mr. Onno de Lange (geen familie van de auteur).
Prof. Dr. C.A de Lange, Juni 2020